reizigersdiarree
- rei·zi·gers·di·ar·ree
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reizigersdiarree | |
verkleinwoord |
de reizigersdiarree v
- (medisch) aandoening van mensen die op vakantie zijn, die gekenmerkt wordt door waterige ontlasting
- Het norovirus leidt tot gastro-enteritis of reizigersdiarree en dat levert de symptomen op die zondag waarneembaar waren bij de ziek geworden personen. Dit virus wordt makkelijk doorgegeven via contact met mensen of voorwerpen die besmet zijn. [1]
- Omdat mensen verder en avontuurlijker reizen dan vroeger, is een ziektegeval niet altijd zonder risico, benadrukt VAB. De mobiliteitsorganisatie waarschuwt onder meer voor reizigersdiarree of ‘turista’ en raadt aan om rauw voedsel en kraantjeswater ter vermijden. [2]
- Het woord reizigersdiarree staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ De Standaard 18/05/2016 Vergiftiging op camping in Dinant: norovirus in stalen aangetroffen
- ↑ De Standaard 15/07/2018 om 11:26 door rdc Al 15 procent meer zieken op vakantie dan vorig jaar