reggae muzikant
  • reg·gae
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘moderne muziek van Jamaicaanse afkomst’ voor het eerst aangetroffen in 1982 [1]
  • uit het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord reggae
verkleinwoord

de reggaev / m

  1. (muziek) muzieksoort uit Jamaica
    • Reggae is altijd hetzelfde, zeggen mensen die het niet kunnen weten. In Geel werd het voorbije weekend nog maar eens het tegendeel bewezen. [3] 
    • De eerste die er in slaagde de massa tot ver buiten het stalen geraamte te laten trillen was reggae-glijer Sean Paul. Net als eerder dit jaar op Pinkpop serveerde hij een vrolijk meezingfeest met hits voor jong en oud. Ook op de naastgelegen heuvel was het nu prima mee deinen met de Alpha-show. [4] 
94 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]