regeringsvliegtuig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·ge·rings·vlieg·tuig
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regeringsvliegtuig | regeringsvliegtuigen |
verkleinwoord | regeringsvliegtuigje | regeringsvliegtuigjes |
Zelfstandig naamwoord
het regeringsvliegtuig o
- vliegtuig dat gebruikt wordt voor reizen van regeringsfunctionarissen
- ▸ Het vertrek van het regeringsvliegtuig PH-GOV werd vanmiddag vanaf een spottersplek gefilmd:[1]
- ▸ Het Koninklijk Huis mag volgend jaar meer kosten maken voor vliegreizen. De begroting stijgt met 50.000 euro tot 860.000 euro voor het gebruik van het regeringsvliegtuig, civiele vliegtuigen en helikopters.[2]
Gangbaarheid
- Het woord regeringsvliegtuig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Griekenland-vakantie koning verrast kabinet, onbegrip in Den Haag” (Vrijdag 16 oktober 2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Hogere salarissen en onderhoudskosten voor Koninklijk Huis” (Dinsdag 15 september 2020), NOS