• re·flec·tant
enkelvoud meervoud
naamwoord reflectant reflectanten
verkleinwoord

de reflectantm

  1. iemand die reageert op een advertentie
    • Ze zet een advertentie voor een reisgenote, die met haar een autotocht van New York naar de westkust wil maken. De enige reflectante is Whoopi Goldberg, als een lesbische rockzangeres, die Parker, fan van de Carpenters, 'de blankste vrouw ter wereld' noemt. [2] 
    • Ofschoon ons benedenhuis zich beperkte tot drie vertrekken - mijn slaapplaats bevond zich in een lange kast in de gang, waar met lappen omwikkelde lekkende kraantjes en poreuze pijpleidingen van de ernaast gelegen wc in uitkwamen - ging mijn moeder ertoe over iemand 'op kamer' te nemen. Toen mijn vader zijn uitgebreide kennissenkring hierover inlichtte, werden we door verschillende reflectanten benaderd, onder wie het zogenaamde zwarte schaap van een gegoede Rotterdamse familie aan de Mauritsweg, dat niet had willen studeren en, na een blauwe maandag te hebben gevaren, chauffeur op een vrachtwagen was geworden. [3] 
83 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Hans Beerekamp 17 mei 1995 Een triomf van Gijs Gans
  3. NRC Tonny van der Horst 5 augustus 1997 Het leven gered door een zwart schaap
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be