Nederlands

 
reekalf
Uitspraak
Woordafbreking
  • ree·kalf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reekalf reekalveren
verkleinwoord reekalfje reekalfjes

Zelfstandig naamwoord

het reekalfo

  1. het jong van een ree
    • Hoewel ze gruwelt bij het idee dat bezoekers Schotse Hooglanders of Herefordkoeien willen aaien en voeren, stoort zij zich vooral aan mensen die hun hond los laten lopen in het natuurgebied. Niet aangelijnde honden kunnen enorme schade veroorzaken. "Vorig jaar heb ik het helaas nog meegemaakt. Een lief hondje kwam kwispelend bij me, maar had even daarvoor wel een reekalf doodgebeten. Afschuwelijk." [2] 
    • Het kadaver van het reekalfje dat dinsdag bij Bergen op Zoom ten prooi viel aan een maaimachine is woensdagmorgen grotendeels opgegeten door een zeearend. Dat meldt boswachter Erik de Jonge. [3] 
    • De moederree en het reekalf dat in mei is geboren, lopen nog bij elkaar. Toch moet de moederree alweer aan een nieuwe bevruchting geloven. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen