redactie
- re·dac·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het opstellen van een stuk, de inkleding’ voor het eerst aangetroffen in 1796 [1]
- van het Latijnse 'agere' (in beweging zetten) (met het voorvoegsel re-) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | redactie | redacties |
verkleinwoord | redactietje | redactietjes |
de redactie v
- (media) het redigeren, de werkzaamheden voor het opstellen en rangschikken van artikelen
- (media) de gezamenlijke redacteuren
- (media) de plek waar deze werkzaamheden plaatsvinden
- vorm waarin een gedachte onder woorden gebracht wordt
1. het redigeren, de werkzaamheden voor het opstellen en rangschikken van artikelen
- Het woord redactie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "redactie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "redactie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ redactie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be