Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • recht·staat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtstaat rechtstaten
verkleinwoord rechtstaatje rechtstaatjes

Zelfstandig naamwoord

rechtstaat m [1]

  1. rechtsstaat

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
rechtstaan

rechtstaat

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtstaan
    • ... dat jij rechtstaat. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtstaan
    • ... dat hij rechtstaat. 

Gangbaarheid

Verwijzingen