• rechts·dwa·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtsdwaling rechtsdwalingen
verkleinwoord

de rechtsdwalingv

  1. (juridisch) een veroordeling van een onschuldig persoon
     Bovendien blijken de deskundigen een gunstige invloed te hebben op het voorkomen van rechtsdwaling, tunnelvisie en foute beslissingen.[2]
     Het Gentse hof van beroep heeft dinsdagmorgen in een prostitutiezaak pornoproducent Eddy Lipstick en twee andere mannen vrijgesproken voor het organiseren van gangbangs. Het hof bevestigde daarmee de beslissing van de Gentse correctionele rechtbank, die ‘het criterium van de goede huisvader’ hanteerde en oordeelde dat het ging om ‘een onoverwinnelijke rechtsdwaling in hun hoofde’.[3]
  2. (juridisch) het niet kennen van het recht
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Europese interesse voor ‘politiemakelaar’” (3 oktober 2011), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron
    skn
    “Eddy Lipstick ook in beroep vrijgesproken voor gangbangs” (09/06/2015), De Standaard