Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rechts·de·lict
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtsdelict rechtsdelicten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het rechtsdelicto

  1. (juridisch) feit dat sowieso als onrechtmatig wordt ervaren, ook voordat het door de wet verboden wordt

Gangbaarheid