rechtsachter
- rechts·ach·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechtsachter | rechtsachters |
verkleinwoord |
de rechtsachter m
- in de hoek die zowel aan de rechterkant als de achterkant gelegen is
- (voetbal) verdedigende voetballer die aan de rechterkant speelt
- ▸ Daar kwam in de zestigste minuut ook César Azpilicueta terecht na een door de rechtsachter zelf opgezette aanval. Hij was precies op tijd om de voorzet van Ferran Torres, de 21-jarige aanvaller van Manchester City die in de basis voorkeur had gekregen boven Gerard Moreno, binnen te koppen: 2-1.[2]
- ▸ Het zorgde ervoor dat er flink wat onervaren krachten bij de selectie werden gehaald door Parsons, maar voor het duel met Brazilië waren er nog weinig verrassingen in de basiself. Rechtsachter Kerstin Casparij was met haar 3 interlands de minst ervaren international. De rest van de ploeg had minstens 20 interlands gespeeld.[3]
1. in de hoek die zowel aan de rechterkant als de achterkant gelegen is
- Het woord rechtsachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Spanje vecht zich in spektakelstuk na verlenging langs Kroatië (5-3)” (28-06-2021), NOS
- ↑ Weblink bron “Discutabele strafschop kost woedende Oranjevrouwen winst op Brazilië” (WOENSDAG 16 februari 2022), NOS