rechtlijnigheid
- recht·lij·nig·heid
- afleiding van rechtlijnig met het achtervoegsel -heid[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechtlijnigheid | rechtlijnigheden |
verkleinwoord |
de rechtlijnigheid v
- het strikt regels en wetten volgen
- ▸ Koster hoopt dat Franciscus' betrokkenheid bij mensen groter is dan zijn rechtlijnigheid in de kerkelijke leer.[2]
- het via de kortst mogelijke weg iets bewerkstelligen
- ▸ Sakozy daarentegen wordt geroemd om zijn rechtlijnigheid, zijn energie en ervaring.[3]
- ▸ De kritiek heeft ook te maken met de wijze waarop Dijsselbloem opereert. Hij houdt vergaderingen kort, is wars van wollig of ronkend taalgebruik en hecht aan duidelijkheid en rechtlijnigheid. Een heel verschil met Dijsselbloems voorganger, Jean-Claude Juncker.[4]
- [1] consequentheid, rigorisme, gestrengheid, starheid
- [2] doelgerichtheid
- Het woord rechtlijnigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Keuze voor Franciscus is dubbel'” (14-03-2013), NOS
- ↑ Weblink bron Hans Brom“Frankrijk: een dag om na te denken” (05-05-2012), NOS
- ↑ Weblink bron “Dijsselbloem bleef rustig tijdens Griekse schuldencrisis” (13-07-2015), NOS