• rek·ke·lijk·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord rekkelijkheid rekkelijkheden
verkleinwoord

de rekkelijkheidv

  1. het kunnen afwijken van (al te strenge) regels en wetten
     Gemeenten waar burgemeesters toch voor een hertelling hebben gekozen, zonder vermoedens van grote fouten, lopen volgens een woordvoerder van de Kiesraad "vooruit op de bevoegdheid van de gemeenteraad". Wel ziet de Kiesraad dat de wet ruimte laat voor interpretatie en dat er daardoor "gradaties van rekkelijkheid" zijn.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Ben Meindertsma en Jikke Zijlstra
    “Na hertelling krijgt 80 procent van de partijen een ander stemaantal” (29-03-2018), NOS