Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rech·ten·fa·cul·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtenfaculteit rechtenfaculteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rechtenfaculteitv

  1. deel van de universiteit waar men zich bezighoudt met juridisch onderwijs en onderzoek; juridische faculteit
     Even verderop op zijn bureau lag het rode, ja grappig genoeg rode, examenboek van de rechtenfaculteit als bewijs dat hij nu afgestudeerd was.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535