reanimatieapparaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·ani·ma·tie·ap·pa·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reanimatieapparaat reanimatieapparaten
verkleinwoord reanimatieapparaatje reanimatieapparaatjes

Zelfstandig naamwoord

het reanimatieapparaato

  1. (medisch) draagbaar toestel waarmee men het hartritme van een bewustelozen patiënt kan annalyseren en zomogelijk met een elektrische schok kan corrigeren
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie