ravijn
- ra·vijn
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bergkloof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1852 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ravijn | ravijnen |
verkleinwoord | ravijntje | ravijntjes |
het ravijn o
- een diepe, steile insnijding in een terrein
- Pas op dat je niet in het ravijn valt!
- ▸ Ze besloten zich vanaf een plateau in een meertje te storten. In werkelijkheid kunnen ze alleen maar wadend in de troebele poel hun dood tegemoet zijn gelopen - een nabij ravijn is nergens te bekennen.[2]
- ▸ Toen we vijf dagen later op een ochtend achter elkaar op een smalle richel langs een ravijn liepen, stopte ze opeens zo abrupt dat ik tegen haar op botste.[3]
1. een diepe, steile insnijding in een terrein
- Het woord ravijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ravijn" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ravijn" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be