rattengezicht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rat·ten·ge·zicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rattengezicht rattengezichten
verkleinwoord rattengezichtje rattengezichtjes

Zelfstandig naamwoord

het rattengezichto

  1. spits toelopend menselijk gelaat, dat aan een knaagdier doet denken
    • Jan van Lith, de smokkelaar met het komieke rattengezicht, die hij in het andere kwartier al gezien had, was onuitputtelijk in het verzinnen van onmogelijke vloeken en gooide de originele uitdrukkingen de kamer in of ie er voor betaald werd. [1]
    • Maar het hetzelfde rattengezicht en ook het zelfde lachen en grinniken, dat het jonge mensch nog vlegelachtiger en indringender stond. [2]
  2. (figuurlijk) (pejoratief) onbetrouwbaar uiterlijk
    • Pas op, er zit een vent met een echt rattengezicht. [3]
    • Wat fluisterde die man met het rattengezicht haar zooeven in het oor? Bepaald een of andere schunnigheid. [4]
Opmerkingen
  • Wordt vaak gebruikt bij personen waar beide betekenissen kunnen opgaan.
  • Voor het uiterlijk van een rat wordt het woord rattenkop gebruikt, dat ook dezelfde figuurlijke betekenis heeft.

Gangbaarheid

Verwijzingen