ranja
- ran·ja
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ranja | ranja's |
verkleinwoord |
- sinaasappellimonade(siroop)
- Ranja was oorspronkelijk een merk voor sinaasappellimonade later werd het ranja (zonder hoofdletter) voor alle soorten limonade zonder prik.
- limonade(siroop) in het algemeen
- Het bleef niet bij kijken, de leerlingen proefden ook enge hapjes. Zoals chocolade waar meelwormen in zaten of groene ranja met vleermuissnoepjes. [4]
- ‘Zij dronk ranja met een rietje, mijn Sophietje’. [5]
- 'Wij namen de kinderen vroeger mee naar de speeltuin bij dit café, nu komen mijn kinderen met hún kinderen. Zelf heb ik mijn jeugd gesleten in de Loonse en Drunense Duinen, ranja en boterhammetjes mee. Het plezier was in de natuur te vinden, niet in lokalen waar het geld ging kosten. [6]
- Het woord ranja staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ranja" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[7] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ranja" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ranja op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 04-oktober-2017
- ↑ Volkskrant Coen Verbraak 22 september 2017 uit "Sophietje" van Johny Lion
- ↑ Volkskrant Gidi Heesakkers 1 augustus 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be