raamdorpel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: raamdorpel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- raam·dor·pel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van raam en dorpel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | raamdorpel | raamdorpels |
verkleinwoord | raamdorpeltje | raamdorpeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de raamdorpel m
- (bouwkunde) dorpel van een raam, een gevelonderdeel dat voorkomt dat regenwater direct op of in de onderliggende gevel loopt
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'raamdorpel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.