pyjamatoerist

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pyjamatoerist    (hulp, bestand)
• IPA: / piˈjamatuˌrɪst / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• py·ja·ma·toe·rist

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  pyjama zn  en  toerist zn , waarbij het meenemen van een pyjama een humoristische verwijzing naar een langduriger verblijf is; als term voor duurzamer toerisme in 2023 geïntroduceerd door de Gentse schepen B. Van Braeckevelt

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pyjamatoerist	pyjamatoeristen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de pyjamatoerist m

1. (persoon) iemand die voor zijn plezier naar een stad reist om die door een verblijf van meerdere dagen goed te leren kennen

   ▸ Gent zet in op twee soorten toeristen: de Gentenaar zelf en de pyjamatoerist. Beiden nemen de kans om in de stad te leven en optimaal onze stad te beleven.

Antoniemen

• dagjesmensen, selfietoerist

Gangbaarheid

• Het woord 'pyjamatoerist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.