• punc·tu·a·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord punctuatie punctuaties
verkleinwoord

de punctuatiev

  1. het plaatsen van leestekens in een tekst
  2. het benadrukken van iets
    • Het werpen van een speer is esthetisch het hoogst haalbare omdat het de enige discipline is waar water en vuur zo harmonieus worden gemengd. Een dynamische aanloop van dertig meter die op zijn paroxisme abrupt wordt beëindigd om uit te barsten in het explosieve geweld van torso, schouder en arm. De rest, de vlucht van de speer, is poëzie: een komma van metaal als hemelse punctuatie. [3] 
    • En met onscherpe beelden, beweeglijk geschoten alsof de camera een schilderskwast is die wild over het canvas scheert, wordt de toenemende desoriëntatie van de groep mooi weergegeven. Dat ze daarnaast dienen als een soort witregels, punctuatie tussen de sequenties, is een ander bewijs voor de verbeeldingskracht van Levring. [4] 
76 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[5]
  1. Wiktionnaire
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Sylvain Ephimenco 25 september 2000 Water en vuur
  4. NRC André Waardenburg 27 juni 2001 Gestrande busreizigers spelen `King Lear' na
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be