prullaria
- prul·la·ria
- alleen meervoud, meervoudsvorm van een denkbeeldige afleiding van prul met het achtervoegsel -arium, in de betekenis van ‘waardeloze dingen’ voor het eerst aangetroffen in 1844 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | prullaria |
verkleinwoord | - | - |
de prullaria mv
- waardeloze dingen, meuk
- Het woord prullaria staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prullaria" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ prullaria op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "prullaria" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be