prosecco
- pro·sec·co
- Van de plaats Prosecco bij Triëst.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prosecco | prosecco's |
verkleinwoord | proseccootje | proseccootjes |
de prosecco m
- (drinken) Italiaanse mousserende wijn
- We kochten een aantal flessen prosecco voor het nieuwjaarsfeest.
- Tijdens de workshop kunt u proeven van vijf verschillende prosecco's.
- (drinken) glas met de onder 1. genoemde wijn als eenheid van consumptie
- Hij nam zijn prosecco mee de tuin in.
- Door de hitte dronken ze wat meer prosecco's dan verstandig was.
- Een druif- of wijnnaam is een soortaanduiding en wordt dus geschreven met een kleine letter, ook wanneer de benaming is afgeleid van een geografische aanduiding.
- Uitzonderingen zijn wijnen van een bepaald wijngoed en merknamen van wijnen; deze worden als eigennaam beschouwd en krijgen dus een hoofdletter.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord prosecco staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.