Nederlands

 
1. Christus aan het volk getoond, prentkunst gemaakt door Rembrandt  .
Uitspraak
Woordafbreking
  • prent·kunst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prentkunst -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de prentkunstv

  1. (kunst) verzamelterm voor afbeeldingen, al of niet met bijschrift, die als zelfstandige uiting met een drukpers zijn vermenigvuldigd
     Omdat die prentenseries zo populair waren, werden er veel roofdrukken van gemaakt, en pleitte Hogarth voor bescherming van prentkunst.[2]
     De groeiende middenklasse – ambtenaren en middenstanders – begon vanaf de achttiende eeuw belangstelling voor beeldende kunst te tonen en prentkunst te verzamelen.[3]
  2. (kunst) vaardigheid om afbeeldingen te maken die afzonderlijk met een drukpers worden vermenigvuldigd
     De digitale installaties van teamLab zijn geworteld in de Japanse kunstgeschiedenis. Zo zijn de sporen van de ukiyo-e, de traditionele prentkunst met houten blokken, goed aanwijsbaar.[4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Oude vlegels, wrede slapstick” (25 september 2018) op nrc.nl
  3.   Weblink bron
    Arjen Ribbens
    “Kunst te koop in de Kalverstraat” (28 september 2016) op nrc.nl
  4.   Weblink bron
    Arjen Ribbens
    “Linnen en verf zijn overbodig in tijden van digitale kunst” (5 oktober 2018) op nrc.nl