praatstoel
- Geluid: praatstoel (hulp, bestand)
- IPA: /ˈpratstul/
- praat·stoel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | praatstoel | praatstoelen |
verkleinwoord |
de praatstoel m
- gemakkelijke stoel waarin het aangenaam praten is
- Toch wil dat niet zeggen dat hij partijpolitiek verkocht is: de Democraten krijgen er net zo goed van langs als ze stommiteiten uithalen, en president Obama had het niet altijd makkelijk in Stewarts praatstoel. Maar niettemin is Stewart duidelijk een man die meer inspiratie vond in het spotten met George W. Bush dan met Barack Obama. [2]
- plaats vanwaar men mensen kan toespreken
- [2] kansel, spreekgestoelte
- op zijn praatstoel zitten
uitgebreid aan het praten zijn
- Eenmaal op de praatstoel was Ardesch niet te stoppen. [3]
- Bastiaan zit op de (verwarmde) praatstoel. Hij vertelt over alle dingen die hij doet en gedaan heeft: zanger, acteur, producent, you name it. Hij is juist aan het vertellen over de recente reünie van Caught In The Act, de boyband waarvan hij tussen 1993 en 1998 deel uitmaakte en waarmee hij grote successen boekte in Duitsland en Azië (15 miljoen verkochte albums!), wanneer zijn telefoon gaat. [4]
- Het woord praatstoel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "praatstoel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 12 FEBRUARI 2015 Steven De Foer
- ↑ Tubantia 17-01-2014
- ↑ Volkskrant Henk Van Straten 11 februari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be