pouseik
- pou·seik
- Herkomst: Asjkenazisch Hebreeuws [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pouseik | pouskim |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) decisor, iemand die bevoegd is om beslissingen te nemen bij halachische kwesties (gewoonlijk een rabbijn)
- Hebreeuws: poseek
- Het woord 'pouseik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.