halachisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  halachisch    (hulp, bestand)
• IPA: /haˈlɑxis/

Woordafbreking

• ha·la·chisch

Woordherkomst en -opbouw

• Herkomst: Hebreeuws (vernederlandste vorm)
• afgeleid van halacha met het achtervoegsel -isch

	stellend
onverbogen	halachisch
verbogen	halachische

Bijvoeglijk naamwoord

halachisch

1. (Jiddisch-Hebreeuws) horend tot of volgens de halacha

Gangbaarheid

• Het woord halachisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.