Lea Halpern op Wikipedia (nl) is aan het pottenbakken (november 1936)
  • pot·ten·bak·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
pottenbakken
pottenbakte
gepottenbakt
zwak -t volledig

pottenbakken

  1. inergatief maken van ronde bakjes en andere voorwerpen uit aardewerk
     Je kunt pottenbakken of je kunt het niet. En docent Joost den Ouden (41) kan het, bleek toen hij vier jaar geleden een cursus volgde omdat hij zijn eigen servies wilde maken.[2]
     Volgens hem is het doel van de Volksuniversiteit breder dan dat van cursusaanbieder. „Als directeur vind ik het mijn expliciete taak om te kijken waar in deze stad behoefte aan is. Welke vaardigheden hebben Rotterdammers nodig? Dat is iets anders dan je openstellen voor een groep mensen met geld die graag willen pottenbakken. (…)"[3]
     Ghost bevat de klassieke scène waarin Swayze en Moore sensueel pottenbakken op de klanken van Unchained Melody van The Righteous Brothers.[4]
  2. overgankelijk maken uit klei en de ontstane producten vervolgens in een oven verhitten
     Ken jij het gevaar van Pyrex schaaltjes? Plakte je zegels voor het koninklijke servies van Albert Heijn? Of pottenbakte je zelf soepkommen van klei uit de eigen achtertuin?[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Manouk van Egmond & Folkert Koelewijn
    “Vrij zijn is… je eigen servies maken” (6 januari 2021) op nrc.nl  
  3.   [‘We zijn er niet voor mensen met geld die graag willen pottenbakken’ Weblink bron]
    Tara Lewis
    “ (3 januari 2019) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron “Ghost” (8 juli 2014) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    door Sabina Posthumus
    “Toon me je servies, en ik zeg wie je bent” (20 oktober 2019) op nrc.nl