porositeit
- Geluid: porositeit (hulp, bestand)
- po·ro·si·teit
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘poreusheid’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- Afgeleid van poreus met het achtervoegsel -iteit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | porositeit | porositeiten |
verkleinwoord | - | - |
de porositeit v
- de eigenschap van de aanwezigheid van kleine openingen (poriën) in een materiaal
- Het woord porositeit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "porositeit" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "porositeit" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be