• pon·der
enkelvoud meervoud
naamwoord ponder ponders
verkleinwoord pondertje pondertjes

de ponderm

  1. weegschaal, unster
  2. iets dat een pond weegt
  3. balk die een vracht bijelkaar houdt
  4. nest voor hoenders
  5. -ponder: in samenstelling met een telwoord: aanduiding hoe zwaar iets is
52 % van de Nederlanders;
42 % van de Vlamingen.[2]