pofbroek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pof·broek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pof en broek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pofbroek | pofbroeken |
verkleinwoord | pofbroekje | pofbroekjes |
Zelfstandig naamwoord
- een kniebroek met wijde opbollende pijpen die onder de knie met een bandje om de kuit sluit
- Zwarte Piet heeft vaak een pofbroek aan.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord pofbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pofbroek" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be