poëma
Niet te verwarren met: poema |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·e·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | poëma | poëma's poëmata |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het poëma o
- (verouderd) (letterkunde) in versmaat of een dichterlijke stijl opgestelde tekst
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord poëma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poëma" herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ poëma op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be