Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plooi·rok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plooirok plooirokken
verkleinwoord plooirokje plooirokjes

Zelfstandig naamwoord

de plooirokm

  1. (kleding) een rok waarin decoratieve plooien zijn aangebracht
    • In de jaren 1950 waren plooirokken erg in de mode. 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen