Nederlands

 
platting
Uitspraak
Woordafbreking
  • plat·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord platting plattings
plattingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plattingv / m

  1. (scheepvaart) platte streng touw of garen
  2. (bouwkunde) plat deel van een bouwwerk
Synoniemen

Gangbaarheid

28 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen