plaatsmaken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  plaatsmaken    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈplatsmakə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• plaats·ma·ken

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van  plaats zn  en  maken ww 

Werkwoord

plaatsmaken

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
plaatsmaken	maakte plaats	plaatsgemaakt
zwak -t	volledig

1. verdwijnen om ruimte te geven aan iets of iemand anders

   • Ouderen moeten plaatsmaken voor de jongere generatie. 
   • Veel Denen vinden het jammer dat zo’n erfgoed zou moeten plaatsmaken en een onlinepetitie wist al verschillende duizenden handtekeningen te verzamelen. Of de rechter daar oren naar heeft, weten we ergens volgende maand.  
   • Olympiakos Piraeus heeft twee dagen voor de loodzware uitwedstrijd tegen Juventus in de Champions League van trainer gewisseld. De Albanese coach Besnik Hasi moest plaatsmaken voor de ervaren Griek Takis Lemonis.  

Verwante begrippen

• vervangen, weggaan, verwisselen

Gangbaarheid

• Het woord plaatsmaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plaatsmaken" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.