pizzakoerier
- piz·za·koe·rier
- samenstelling van pizza zn en koerier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pizzakoerier | pizzakoeriers |
verkleinwoord | pizzakoeriertje | pizzakoeriertjes |
de pizzakoerier m
- (beroep) iemand die (meestal met een brommer of fiets) pizza's bezorgt
- Het systeem van Deliveroo is eenvoudig: fietskoeriers brengen restaurantmaaltijden binnen het half uur aan huis. Anders dan bij pizzakoeriers maakt Deliveroo de maaltijden niet zelf, maar werkt het samen met restaurants. Voor 2,5 euro zendt het een fietskoerier naar een restaurant. Die pikt de maaltijd op en levert die op het juiste adres. Momenteel is het bedrijf al actief in Gent, Antwerpen en Brussel. [1]
- De Groningse pizzakoerier van Domino’s die gisterenavond keurig zijn fiets langs de kant van de weg zette om de oorlogsdoden te herdenken heeft volgens Domino’s directeur André ten Wolde ‘gedaan wat hij normaal vond’. [2]
- Het woord pizzakoerier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.