• piz·za·ba·ker
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   pizzabaker     pizzabakeren     pizzabakere     pizzabakerne  
genitief   pizzabakers     pizzabakerens     pizzabakeres     pizzabakernes  

pizzabaker, m

  1. (beroep) pizzabakker
    «Han startet som pizzabaker
    Hij begon als pizzabakker.