Nederlands

 
poelpiraat (Pirata piraticus), mannetje
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pi·ra·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord piraten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de piratenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord piraat
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (spinachtigen) Pirata   een geslacht van spinnen uit de familie wolfspinnen (Lycosidae  ). De soorten worden zo genoemd, naar hun op het water aangepaste levenswijze. Net als Dolomedes  - soorten kunnen ze bijvoorbeeld op het water lopen. Hun nest ligt soms deels onderwater, maar ze zijn niet zo aquatisch als de waterspin (Argyoneta aquatica)
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be