pijnpit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pijnpit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pijn·pit

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  pijn zn  en  pit zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pijnpit	pijnpitten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pijnpit v / m

1. (voeding) de pit van een pijnboom

Synoniemen

• pijnboompit

Verwante begrippen

• pijnboom, pijnappel

Gangbaarheid

• Het woord pijnpit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pijnpit" herkend door:

53 %	van de Nederlanders;
61 %	van de Vlamingen.