picturale boerderij
  • pic·tu·raal
  • uit het Latijn [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen picturaal picturaler picturaalst
verbogen picturale picturalere picturaalste
partitief picturaals picturalers -

picturaal [2]

  1. met een fraai uiterlijk
    • Het is tekenend dat Van Elk, net als Jan Dibbets, vertegenwoordigd is met een vroeg, conceptueel kunstwerk en niet met een later, meer picturaal werk. Van een andere conceptuele kunstenaar, de in New York woonachtige Hans Haacke, is ook een vroege sculptuur opgenomen die recent door Goldstein is aangekocht: Condensation Cube uit 1965. [3] 
    • De kloosters van São Vicente de Fora en Santa Engrácia vormen daarnaast de omlijsting van Lissabon’s meest oogverblindende stadsdeel en met de Rio Tejo als picturale afgrenzing zal uw camera zich niet kunnen beheersen. [4] 
    • Het is de kracht, maar ook de zwakte van de film, want Winterstilte sterft in picturale schoonheid. De film voert in een besneeuwd gehucht in de Alpen een vrouw met vier volwassen dochters op (allen gespeeld door Zwitserse actrices), die na de dood van haar echtgenoot - hij valt van een berghelling - zichzelf en haar dochters een periode van zware rouw oplegt. [5] 
72 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[6]