[1] peyote
  • pe·yo·te
enkelvoud meervoud
naamwoord peyote peyotes
verkleinwoord

de peyotem

  1. (plantkunde) Lophophora williamsii   kleine doornloze bolvormige cactus die in de zuidelijke Verenigde Staten en Mexico groeit
  2. drug met mescaline gemaakt van Lophophora williamsii
     Ik kende de heer Duyvendak overigens van zijn woongroep waar ik regelmatig peyote, mezcal, ayahuasca, psilocybine en scopolamine moest bezorgen. ‘Lekkere natuurdope’, zei hij dan, ‘en laat die twee dubbeltjes maar zitten, Don Arturo.’[2]
25 % van de Nederlanders;
27 % van de Vlamingen.[3]
  1. peyote op website: Etymologiebank.nl
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be