persoonskaart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·soons·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van persoon en kaart met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | persoonskaart | persoonskaarten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (geschiedenis) kaart met gegevens van een persoon in een register
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord persoonskaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.