Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·so·neel·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord personeelkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

personeelkostenmv

  1. geld dat men uitgeeft voor de mensen die voor een bedrijf werken
     De luchtmacht gaat volgend jaar ongeveer vijfduizend uur minder vliegen, een vermindering van elf procent. De stijging van materieel- en personeelkosten bij Defensie vormt een risisco voor de toekomstige bedrijfsvoering, schrijft Van Uhm.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Defensie gaat minder oefenen” (Zaterdag 26 juni 2010, 10:20), NOS