perronopzichter
- Geluid: perronopzichter (hulp, bestand)
- IPA: / pɛˈrɔnɔpˌsɪxtər / (5 lettergrepen)
- per·ron·op·zich·ter
- samenstelling van perron zn en opzichter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | perronopzichter | perronopzichters |
verkleinwoord |
de perronopzichter m
- (beroep) (spoorwegen) iemand die toezicht houdt op een station
- ▸ U heeft mijn perronopzichter tweehonderd roebel gegeven.[1]
- ▸ „Prachtig mooi licht.” De 92-jarige Jaap Bolier is bijzonder te spreken over het vernieuwde Den Haag Centraal. De Hagenaar was vanaf de jaren vijftig tot 1984 de perronopzichter van dit station dat in die vroegere jaren maar vier perrons kende. Bolier maakte gisteren met Jack Mols (41), locatiemanager van Den Haag Centraal, een 'inspectierondje' door het gemoderniseerde bouwwerk.[2]
1. iemand die toezicht houdt op een station
- Het woord perronopzichter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Anna Karenina” (1877), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028276062
- ↑ Weblink bron Angelique Mulders“Perronopzichter (92) terug op oude nest” (12-01-2017), Tubantia