permit
- per·mit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | permit | permits permitten |
verkleinwoord | - | - |
- (geschiedenis) verlofbriefje (om je te mogen verplaatsen in een gebied dat in de macht van Engelstaligen is)
- ▸ En met welk een innerlijk genoegen heeft ons volk de Ausweis onmiddellijk vervangen door de permit![2]
- (juridisch) vergunning
- ▸ Alle goederen en koopwaren, welke, met nationale, of vreemde, vaartuigen worden ingevoerd, kunnen in entrepôt worden opgeslagen, mits de aangifte daartoe geschiede, vóór de uitreiking van het permit tot ontlossing.[3]
- Het woord permit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ permit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron J.J. MakOorlogswinst der Nederlandse taal. in: De Nieuwe Taalgids., jrg. 38 nr. 6 (1945), J.B. Wolters' Uitgevers-Maatschappij, Groningen / Batavia, p. 163
- ↑ Weblink bron Reglement op het entrepôt van het eiland St. Martin (Nederlandsch gedeelte). Artikel 1. in: Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. (1856), De Gebroeders van Cleef, Den Haag, p. 455
- ww: Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /pɚˈmɪt/
- zn: Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /pɚˈmɪt/
- [A] via Middelengels permitten en van Middelfrans permettre van Latijn permittere "loslaten, toestaan"
- [B] verbastering van Spaans palometa
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to permit |
he/she/it | permits |
verleden tijd | permitted |
voltooid deelwoord |
permitted |
onvoltooid deelwoord |
permitting |
gebiedende wijs | permit |
[A] permit
enkelvoud | meervoud |
---|---|
permit | permits |
[A] permit
[B] permit
- (straalvinnigen) bepaald soort horsmakreel, Trachinotus falcatus
- In onderzoek van 2014-2018 door het Centrum voor Leesonderzoek werd "permit" herkend door:
100 % | van de Amerikanen; |
98 % | van de Britten.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
vervoeging van |
---|
permettre |
permit
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van permettre