peperkers
- (IPA in voorbereiding)
- pe·per·kers
- samenstelling van peper en kers zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peperkers | peperkersen |
verkleinwoord | peperkersje | peperkersjes |
- (bloemplanten) Lepidium latifolium een vaste plant, die behoort tot de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae ). De soort staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. De soort komt van nature voor in Europa en tot Centraal-Azië. Van daaruit is de plant verspreid naar Noord-Amerika, Mexico en Australië
- Het woord 'peperkers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.