• (IPA in voorbereiding)
  • pe·per·kers
enkelvoud meervoud
naamwoord peperkers peperkersen
verkleinwoord peperkersje peperkersjes

de peperkersv / m [1] [2]

  1. (bloemplanten) Lepidium latifolium   een vaste plant, die behoort tot de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae  ). De soort staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten   als zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. De soort komt van nature voor in Europa en tot Centraal-Azië. Van daaruit is de plant verspreid naar Noord-Amerika, Mexico en Australië