peperboompje
- Geluid: peperboompje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpepərˌbompjə / (4 lettergrepen)
- pe·per·boom·pje
- [1] afgeleid van peperboom zn met het achtervoegsel -pje
- [2] op te vatten als (verkorting) van rood peperboompje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | peperboompje | peperboompjes |
het peperboompje o het peperboompje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord peperboom
- (bloemplanten) bepaald soort giftige sierplant met purperroze bloemen en rode bessen Daphne mezereum
- ▸ De bessen van sierplanten als hulst, goudenregen, taxus en peperboompje veroorzaken bijna dagelijks vergiftigingen.[1]
1. zie: rood peperboompje
- Het woord peperboompje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [2] peperboompje in het Nederlands Soortenregister N
- [2] peperboompje op Wikidata
- [2] roodpeperboompje op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
- ↑ Weblink bron Martijn Katan“Abrikozenpitten” (13 april 2013) op nrc.nl