Huidig
bestand
82

-pje o

  1. ter vorming van (het enkelvoud van) verkleinvormen van sommige woorden die eindigen op -m: als voor die m een tweeklank, een lange klinker, een l of r of een sjwa staat of ontleende woorden op -um met meer dan één lettergreep
    • riem → riempje 
    • stroom → stroompje 
    • helm → helmpje 
    • worm → wormpje 
    • voedingsbodem → voedingsbodempje 
    • museum → museumpje  (vergelijk: gum → gummetje)
  • Als de gevormde verkleinwoorden een meervoud kennen, wordt dat met de uitgang -s gevormd, dus bij elkaar: -pjes.