• pe·per·bes
enkelvoud meervoud
naamwoord peperbes peperbessen
verkleinwoord peperbesje peperbesjes

de peperbesv / m

  1. (voeding) vrucht van de peperplant Piper nigrum  
    • Fruit de uienringen in een beetje boter tot ze goudbruin zijn. Kook de zuurkool met de peperbessen ongeveer 5 minuten en gooi het over in een vergiet. [2] 
    • Soldaten van Alexander hadden de peperbes in India ontdekt, en door hen leerde het Westen peper kennen. [3] 
76 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf 11 nov. 2011 Zuurkool met ham en kaas in de oven
  3. (1989)–Wina Born De geschiedenis van de culinaire cultuur Eten door de eeuwen
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be