Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • pe·ling·lijs·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pelinglijster pelinglijsters
verkleinwoord pelinglijstertje pelinglijstertjes

Zelfstandig naamwoord

de pelinglijsterv / m

  1. (zangvogels) Geokichla mendeni   een zangvogel uit de familie Turdidae   (lijsters). De vogel werd in 1939 door Oscar Rudolph Neumann   geldig beschreven. Het is een voor uitsterven gevoelige soort lijster van natuurlijk bos op twee eilanden ten oosten van Celebes
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie