patrouillewagen
- pa·trouil·le·wa·gen
- samenstelling van patrouille zn en wagen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | patrouillewagen | patrouillewagens |
verkleinwoord | patrouillewagentje | patrouillewagentjes |
de patrouillewagen m
- wagen waarmee de politie rondrijdt om inspecties uit te voeren
- ▸ De patrouillewagen die haar en enkele andere arrestanten had opgehaald, had alle papieren meegenomen.[1]
- ▸ Alleen twee delen van het hoteldak herinneren eraan dat hier ooit wat stond. Ze steken uit de grond bij de patrouillewagen van de carabinieri die het terrein bewaken. We mogen niet verder.[2]
1. wagen waarmee de politie rondrijdt om inspecties uit te voeren
- Het woord patrouillewagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)“Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
- ↑ Weblink bron “Farindola bestaat nog na de lawine, 'meer is er niet over te zeggen'” (18-02-2017), NOS